Raad Besluitvormend

VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Portefeuillehouder: wethouder de heer H. (Hans) Olthof

Met het jaarverslag en de jaarrekening 2022 legt het college verantwoording af over de realisatie van het voorgenomen beleid uit de Beleids- en financiële begroting 2022.
Het jaar 2022 is positief afgesloten met een resultaat na reserves van circa € 3 miljoen. Beleidsmatig zijn de beoogde activiteiten wel uitgevoerd. Het overschot betreft met name geld van de Rijksoverheid dat eind 2022 is toegekend. Ons voorstel is om een significant deel hiervan, € 2,46 miljoen over te hevelen naar 2023 dan wel in reserves toe te voegen. Het voorstel is op 3 juli jl. oordeelsvormend besproken.

VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Portefeuillehouder: wethouder de heer H. (Hans) Olthof

De 1e bestuursrapportage is samen met het bestuurlijk dashboard het eerste moment in een begrotingsjaar waarin het college een totaalbeeld geeft hoe het staat met uitvoering van het beleid en de financiële stand van zaken. Het dashboard geeft aan dat we voor vrijwel alle doelen goed op weg zijn met de uitvoering van onze programma’s. Financieel gezien is een aantal bijstellingen van budgetten wenselijk.
Daarbij geven we aan dat er op basis van ervaringen van afgelopen jaren naar verwachting sprake is van een voorzichtige inschatting. Het is waarschijnlijk dat er op andere posten sprake zal zijn van onderuitputting, meevallers die we nog niet in beeld kunnen hebben. We stellen daarom voor dat we bij deze 1e berap nog geen extra budget vragen. Het voorstel is op 3 juli jl. oordeelsvormend besproken.

VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Portefeuillehouder: wethouder de heer H. (Hans) Olthof
De kadernota 2024-2027 geeft een beeld van het financieel meerjarenperspectief waarin de uitvoering van het bestuursakkoord “focus en verbinding”, het noodzakelijke nieuwe beleid en de autonome ontwikkelingen zijn verwerkt. In de kadernota worden de maatschappelijke en financiële ontwikkelingen geschetst die een beeld geven van (grote) financiële onzekerheid. Op basis van nu bekende gegevens is de verwachting dat de begrotingsjaren 2024 en 2025 sluitend zijn en het bestuursakkoord en het nieuwe beleid kan worden uitgevoerd. Vanaf 2026 wordt een (groot) tekort voorzien onder meer als gevolg van het niet structureel beschikbaar zijn van een deel van de rijksbijdragen. Als deze vanaf 2026 niet (structureel) worden verhoogd zullen in 2025 op basis van een tussenevaluatie maatregelen genomen moeten worden om te komen tot een sluitende begroting vanaf 2026. Het voorstel is op 3 juli jl. oordeelsvormend besproken.